Op het weiland achter ons huis zie je dezer dagen de jonge lammetjes vrolijk rondspringen. Het is opnieuw voorjaar. Een prachtig gezicht is het om deze jonge smetteloze diertjes te zien ronddartelen. Het doet mij altijd weer denken aan bovenstaande titel.
Nu we stilaan naar Pasen toegaan, wil ik hierbij even stilstaan.
De schrijver van de Hebreeënbrief heeft dit beeld gebruikt om ons iets heel belangrijk te leren. Hij vergelijkt de oudtestamentische offers met het offer van Jezus op het kruis.
De aardse tabernakel en de aardse offers waren heel belangrijk voor Israël.
De oudtestamentische gelovige kon door deze dienst vergeving van zonden ontvangen. Maar de zonden werden niet weggenomen of weggewassen, maar slechts bedekt in afwachting van de komst van een volmaakter en meer complete regeling.
En die is gekomen in Christus. Hij heeft zichzelf door de eeuwige Geest als een smetteloos offer aan God gebracht. Het woord smetteloos wijst op Zijn volkomen onschuld. Hij heeft nooit een zonde begaan, hoewel Hij net zoals wij op allerlei manieren verzocht werd. Het bloed van Jezus Christus reinigt ons bewustzijn van de dode werken. Dode werken zijn die dingen die we gedaan hebben, die tegen Gods wetten ingaan en daarom de eeuwige straf tot gevolg hebben.
Dat is de zonde. Dat haalt Gods oordeel over ons.
Gode zij dank, er is nu door Jezus Christus vergeving en reiniging mogelijk. Want Christus is voor dit belangrijke werk de tabernakel binnengegaan. Niet een tabernakel die door mensenhanden is gemaakt, nee, een grotere en meer volmaakte tabernakel in de hemel.
Toen Jezus aan het kruis stierf scheurde het voorhangsel van de tempel van boven naar beneden (Matth. 27:51). Voorbij dit voorhangsel mocht alleen de hogepriester één keer per jaar komen en dit niet zonder het bloed van een smetteloos lam.
Jezus Christus ging daarbinnen met Zijn eigen bloed en bewerkte zo verzoening voor ons. Daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond. Hij is eens en voor altijd binnengegaan en dus hoeft dit offer niet te worden herhaald. Door Christus’ dood ontvangen de geroepenen (zij die zich door de prediking van het evangelie tot God hebben bekeerd) de eeuwige belofte. Dat is het eeuwige leven. Daarom lezen we een beetje verder in de Hebreeënbrief dat Christus de volmaakte Hogepriester is. Hij heeft ons met Zijn eigen bloed eens en voor altijd gereinigd.
Nu roept Hij één ieder op om deelachtig te worden aan deze reiniging door geloof in Zijn volbrachte werk.
Laat u met God verzoenen nu er nog een heden is.